Gepubliceerd op 16-11-2020

Ikstern

betekenis & definitie

Groningse, en ook wijder verbreide benaming voor het Visdiefje ← en Sterns ← in het algemeen, met vele varianten op de naam. De naam Ikstern staat vermeld in Schlegel 1858, p.605 en 608, en in Gavere & Bemmelen 1856.

Maar de variant Hicstaert wordt al genoemd in Heenvliet 1636:"... seeckere soorte [van meeuw] diemen Hicstaert noemt, die hier te Lande nu en dan voeden [=broeden], en een schraveltjen aen strandt tegens de duijnen aen in 't caele sant neer maecken en haere eijeren in leggen ... Aen de Hil buijten op de gars van Terheijde nae de Maes vintmen veel van die eijeren, die daer veel werden gehaeltende gegeten." [Brouwer 1954] Wanneer men alle varianten op de naam die in de Lage Landen voorkomen tezamen bekijkt, valt op dat er in elk geval een scherpe [i] klank in het eerste element zit. In de meeste gevallen wordt die i gevolgd door de k. Als voorbeelden hier: Ikstern ←, Piksterretje ←, Klikstirns ←, Hicstaert, Stikstar, Stiksteert, Nikke, Mikke en ook buitenlands: schots Pictarnie 'Visdief', orkneys/ shetlands Piccatarry, Picke-ta 'Noordse Stern', deens/noors Splitterne 'Grote Stern'. Het tweede element is in sommige namen het huidige 'Stern' ←, maar dit woord is in het N vermoedelijk pas vrij recent binnengebracht. In de oudst overgeleverde naam (Hicstaert) staat -staert, niét -stern.Voor veel van die namen bestaat een redelijk klinkende verklaring. Het zal ws. zo zijn dat het woord of een deel ervan in veel gevallen volksetymologisch verbasterd is onder invloed van een woord dat men kende en waarvan men de betekenis zinvol achtte. Zo is de naam Piksterretje te interpreteren als 'Sterretje [Sterntje] dat ergens de kleur van pik =pek heeft' en ook de naam Splitstaart is alleszins begrijpelijk: de Visdief heeft een 'gespleten' staart. Voor zeeuws Mikke geven B&TS 1995 als verklaring: "mik =gaffel", verwijzend weer naar de gevorkte staart. Maar de eveneens op Zuid-Beveland voorkomende naam Nikke wordt door deze auteurs niét verklaard. Dit wekt sterk de suggestie dat beide namen in feite niet meer dan varianten op *Ikke <*Ikstern zijn.

Voor de naam Nikke valt daarbij te denken aan de mogelijkheid van de zgn. metanalyse, het verschijnsel dat de beginletter van een woord eigenlijk de eindletter van een voorafgaande woord was. In dit geval: Nikke <een Ikke. Zo is ook het zeeuwse woord nille 'blaar' ontstaan, nl. uit een ille, waarbij ille =hille ('heuvel'; vgl. E hill) [Weijnen 1996].

Als 'begin'verklaring voor al deze namen zou de zuivere onomatopee heel goed voldoen. De scherpe [ik]-klank is een onderdeel van het repertoire van het Visdiefje. In BWP 1985 staat deze roep beschreven op p.82 sub (6), als zgn. "Kip-call", met het sonogram op p.83. Dit is een veelgehoord geluid van de Visdief, zolang de soort in ons land vertoeft, en ook sommige andere sterns hebben een min of meer vergelijkbaar geluid.

Een woord met vergelijkbare klank is onl viscsterd 'vis(sen)staart', dat in 1180 opgetekend is in de eigennaam Woutra Viscsterd [Schoonheim 2002]; waarom Wouter die toenaam kreeg toebedeeld is niet helemaal duidelijk, maar in ieder geval kan viscsterd de betekenis van 'vorkstaart' gehad hebben (omdat een vissenstaart immers gevorkt is). En aangezien Sterns vorkstaarten hebben, is niet uit te sluiten dat viscsterd ook enige tijd als naam voor de Stern gediend heeft. Hicstaert kan daar eventueel een verbastering van zijn geweest.