Gepubliceerd op 16-11-2020

Hangwerck Hankwerk Hancwerck

betekenis & definitie

Oude namen voor de Klapekster, genoemd in de resp. bronnen Hermans 1947, Houttuyn 1762 en Wilms (in litt. 980325), waarbij de laatste als "middelnederlands" wordt opgegeven (de naam staat echter niet in MH). Zie ook sub Handwerk.

ETYMOLOGIE De N namen tonen een grote overeenkomst met noors Handvark bij Brünnich 1764 [Wilms 980325,1] voor de Grauwe Klauwier (de Klapekster is eveneens een soort Klauwier). Het tweede element van deze namen zit ook in D Warkengel, Werkengil, Würkengel en Worgengel (en ws. ook in officieel D Würger en fries Wurger(t), letterlijk 'wurger', een goede beschrijving van de jachtgewoonte van de Klauwieren), welke namen teruggaan op ohd Wargengil, Warchengil [Wüst 1970; Wilms 961129,3] en in E Wariangle (<middelengels waryangle (c.1389) [Lockwood 1993] (alle voor de Grauwe Klauwier) <oudengels weargincel (met -incel als diminutiefsuffix) [Kluge 1899 p.32]. Dit element is ohd warc'rover', ~oudnoords vargr 'Wolf, misdadiger', zweeds varg 'Wolf' en oudengels wearg 'misdadiger, vervloekte', een etymologie die Lockwood niet kende (vgl. sub Wariangle p.162). Het zijn woorden, die NEW 1992 noemt als ablautende vormen onder het ww. worgen. In zweeds Varfagel en de D volksnaam Warvogel (beide 'Klapekster') is de tussenliggende gutturaal weggevallen (in de zweedse naam mogelijk bevorderd door de omstandigheid dat var ='waakzaam' [mb.98D,8]). Het eerste element in de N namen is goed te verklaren omdat de Klapekster en Klauwieren in het algemeen, hun prooi ophangen aan puntige voorwerpen zoals doorns (vgl. sub Doorndraaier) of punten aan het prikkeldraad.

De vogels fungeren zo a.h.w. als mnl hancman (='beul')! InN Handwerk is de -dws. een gevolg van volksetymologie bij Valkeniers, die o.h.a. hun Valken op de gehandschoende hand meevoeren. Misschien is het de noorse naam Handvark evenzo vergaan.