Gepubliceerd op 16-11-2020

Griltsje

betekenis & definitie

Officiële friese naam voor de Kleine Strandloper ← [Boersma 1972]. De Vries 1928 (p.94) geeft voor deze soort 2 namen op: Gril of Griltsje (dit is de verkleinvorm).

Dit wijst er op dat de benaming Gril van oorsprong voor deze soort bedoeld was, hetgeen tevens aannemelijk maakt wat Boersma in ViF II, p.722 over de betekenis vermeldt: "De namme Gril(tsje) is üntliend oan it lüd dat de fügel makket: griil, triil (in lange op- en delgeande triller)." Ws. is toch de vluchtroep bedoeld, welke niet op en neer gaat, maar met "griil" is wel goed weergegeven wat de Kleine Strandloper roept. Even goed of beter zou dit de weergave kunnen zijn van de vluchtroep van de Temmincks Strandloper (fries Temmincks Griltsje) en de Krombekstrandloper (fries ReadeGril). DeVries 1928 vermeldt devolksnamen Grilk en Griltsje ook voor de Strandplevier. Deze soort broedt in de gebieden waar hij benoemd is (o.a. op Terschelling en Schiermonnikoog), dus hier kan ook de 'zang' (naast eventueel de roep) een rol als benoemingsmotief gespeeld hebben. Zie ook sub Griel.ETYMOLOGIE B&TS 1995 p.99 vergelijkt met D Grille 'Krekel, Sprinkhaan' en heeft dan in zoverre gelijk dat dit ook wel een onomatopee zal zijn (zie ook sub Girlitske).

De deense (algemene) naam voor dit soort Strandlopers luidt: Ryle, wat min of meer rijmt met de friese naam. Er is zelfs deens Grylle (= Sandfóber), nr.117 op een lijst van A C Teilmann uit 1823 (Forsog til en Beskrivelse af Danmarks og Islands Fugle). Ws. is dit dan ook een onomatopee. Am Peep voor hetzelfde type vogels (en dan vooral de kleinere soorten), zou ook een onomatopee zijn [Evans 1993 p.30]. In deze naam zit de [ie]-klank, die in veel Steltlopergeluiden herkenbaar is, maar ontbreekt de r-klank, die zo typisch is voor veel europese soorten als boven vermeld.

< >