Gepubliceerd op 16-11-2020

Gieteling Gietling

betekenis & definitie

Volksnaam, niet voor de Geitenmelker ←, maar voor de Merel Turdus merula. Vrijwel zeker is de Merel in verband gebracht met de 'Geitenmelkende vogel Caprimulgus', die al sinds Aristoteles op papier bekend was, maar waarbij onderzoekers als bijv.

William Turner (c.1500-1568) zich geen bekende vogel konden voorstellen. Zij zochten dus deze nachtvogel in de natuur en veronderstelden daarbij dat de vogel ongeveer zo groot was als een Merel, of ongeveer het aanzien had van een Merel (vgl. Kraak 1989). Eerder al bracht Albertus Magnus 1262-1282 Merel en Geitenmelker met elkaar in verband; in HG 1669 staat: "Es ist auch ein Geschlecht der Amsel so Caprimulgus genennet wird/ wie Albertus sagt." Niettemin kan de etymologie ook anders zijn, t.w. als de Geit er rond of vóór 1260 op volksetymologische gronden 'bijgehaald' is.{Een opmerking van Albertus Magnus over de kopvorm van Branden/of Rotgans (nl. als van een Pauw) heeft mogelijk óók al aanleiding tot een andere vogelvolksnaam gegeven, nl. die van de Pauwgaans ←; er zij mee aangegeven, dat de invloed van Albertus Magnus ver gereikt heeft.} De naam Gietling wordt opgegeven voor Groningen door Gavere & Bemmelen 1856 en door VPG 1983. Schaars 1989 noemt als meest voorkomende varianten in de Achterhoek Gieteling en Geteling (met kaartje, p.375), en verder Giet(e)link, Gietling, Geetling, Geetlink, 'Getelink en Water-gaitjan (voor saksisch [ee] i.p.v. [ie] zie sub Vlegenvanger). Smit 1996 noemt Gieteling voor Dwingelo in ZuidwestDrenthe. B&TS 1995 geven op: Geitling (in Gld, Gr, de Kempen en Twente), Giebling, Geetlink (Enschede) en Geteling (Achterhoek).

ETYMOLOGIE N Giet(e)ling <mnl ghietelinc [MH]; mnd geidling, westfaals geitling [NEW 1992; Wüst 1970]; oudfries geitel, oudsaksisch getfugal, rijnlands gêtfugil (='geit-vogel').

Weijnen 1996 acht een afleiding van mhd giude 'jubel' mogelijk, met als motivatie de 'jubelende' zang. (Dit zou overigens fraaier op de zang van de Zanglijster passen, die veel uitbundiger is dan die van de Merel.) In het geval dat de naam inderdaad hierop terug te voeren is, is geit een volksetymologische introductie. De vorming van de naam heeft mogelijk overeenkomsten met die van Leuning 'Huismus' ←.

Voor de etymologie van geit zie sub Geitekop.

< >