Gepubliceerd op 16-11-2020

Geelborstje

betekenis & definitie

Volksnaam voor de Spotvogel (1), naar zijn geelgekleurde borst. Daarnaast zijn ook buik en onderstaart geel van kleur (vgl. deens Gulbug 'Spotvogel', letterlijk 'geelbuik').

Bij de Fluiter, een verwante soort, zijn deze wit en alleen de borst is geel, zodat de naam Geelborstje mooier op de Fluiter zou gepast hebben. De mensen zullen niet vaak Fluiter en Spotvogel tegelijk in hun onmiddellijke woonomgeving tegenkomen, omdat deze twee aanzienlijk in biotoop verschillen. De Fluiter is bij het volk minder bekend.Houttuyn 1763, Vroeg 1764 en Wegman 1765 gebruikten de naam voor Linnaeus' 7e der "Kwikstaarten" Motacilla Hippolais; geen van allen echter gaven duidelijk de indruk de Spotvogel uit eigen omgeving te kennen (Wegmans Geelborstje was hem uit Italië gebracht; dit zou dan eerder de Orpheusspotvogel geweest kunnen zijn).

(2) Volksnaam voor de Gele Kwikstaart (Texel, Overijssel; Gulpen (L)) [Albarda 1897; Dijksen 1992; B&TS; WLD]; in Friesland als Gielboarstke []De Vries 1911; De Vries 1928; ViF. De Gele Kwikstaart heeft een gele borst, feller geel nog dan bij de Spotvogel.

(3) Volksnaam op verspreide plaatsen voor Koolmees en Geelgors [WLD;WBD]. Als naam voor de Bonte Vliegenvanger [B&TS is het geen succes.

Voor de etymologie van borstje zie sub -borst.