Gepubliceerd op 16-11-2020

Feereager

betekenis & definitie

Officiële friese naam voor de Koereiger ← [Boersma 1994]. Vóór de spellingswijzigingvan 1 januari 1980: Féreager.

Fries fee 'vee, rundvee'. Oudfries fia 'vee', maar ook 'bezit'; verwant zijn Lat pecus ‘kleinvee' en Lat pecunia 'vermogen (aan schapen), geld'; vgl. Pecunia non olet = 'Geld stinkt niet'. De grondbetekenis van idg *pekis: 'kammen' (Latpecto), 'haar uitplukken', zoals men bij schapen vroeger placht te doen. (Klankwet nr.7; overgang van idg pnaar germf-).