Volksnaam voor de Griel ← [Houttuyn 1763; Schlegel 1852]. Toen deze soort nog in de hollandse duinen broedde, hield hij zich bij voorkeur op in Duindoornstruwelen [Thijsse 1938].
Indien het nodig was zich te verplaatsen (bij naderend gevaar bijv.), gebeurde dat zo heimelijk als maar mogelijk was (het kenmerk van sluipen). Albarda 1897 vermeldt Doornslijper (p.72), maar waarschijnlijk is dit een drukfout; in zijn register (p.142) staat Doornsluiper.De naam is vermoedelijk een echte volksnaam; dit i.t.t. Griel, welke naam ws. door Gesner 1555 (ws. ten onrechte voor deze soort!) in de boeken is geraakt.
ETYMOLOGIE N sluipen <mnl, mnd slupen; D schlüpfen (naast schleichen <ohd slihhan) <mhd slüpfen, slupfen <ohd slupfen, intensivum van ohd sliofan. E slip <oudengels slupan; gotisch sliupan. Deze woorden lijken in betekenis op die van het element 'smus' in Grasmus ←, ook een vogel die door het struikgewas 'sluipt'.