Tarsiger cyanurus (Pallas: Motacilla) 1773. Kleine Lijsterachtige vogel met een blauwe staart, wiens dichtstbijzijnde broedgebied in oost Finland en aangrenzend Rusland ligt.
In N werd de soort als zeldzame gast pas in oktober 1967 voor het eerst waargenomen en daarna nog slechts éénmaal in september 1985. In 2001 ook een exemplaar in België. Kist 1954 noemt de naam van het lemma.Lat cyanurus =blauwe staart, welk opmerkelijk aspect van het uiterlijk ws. door Pallas meteen ook in de naam (D Blauschwanz) tot uitdrukking werd gebracht. De N naam is daar de logische vertaling van. E Red-flanked Bluetail, zweeds Blastjart, deens/noors Blastjert, Sp Coliazul cejiblanco (Sp cola 'staart', ceja 'wenkbrauw' en blanco 'wit', maar de licht afgetekende wenkbrauwstreep is meestal lichtblauw).
R Sinechwostka (CHHHH sinij 'blauw', vgl. Lat cyaneus en Gr Kudveog kuaneos; R XBOCT chwost 'staart', etymologisch verwant met N kwast). F Rossignol a flancs roux ('nachtegaal met rode flanken', overeenkomstig de E naam).
Voor de etymologie van staart zie sub Staartmees.
