Vogelgids van Vogelbescherming Nederland

Vogelbescherming Nederland 2009)

Gepubliceerd op 11-09-2017

Klapekster

betekenis & definitie

Klapeksters zijn vogels van ruige, vaak licht beboste open terreinen. Geen broedgevallen in Nederland meer sinds 1999. Het voedsel bestaat hoofdzakelijk uit woelmuizen en kevers, in de winter ook zangvogels. In ons land overwinteren klapeksters uit noordelijker streken. Ze kunnen aangetroffen worden op allerlei uitzichtpunten op heide en hoogvenen, ook wel in de duinen en open moerasgebieden. Net als andere klauwieren spietsen ze prooien aan stekels en aan prikkeldraad, om op deze wijze een voorraad aan te leggen.

Geluid
Roep wordt weinig gehoord, zang nog minder (door het winters voorkomen); Roep is een scherpe triller, iets dalend.

Leefgebied
Structuurrijke heiden en hoogvenen met een geleidelijke overgang van open gebied naar (loof)bos. Het leefgebied van de klapekster is vaak iets droger dan dat van zijn naaste verwant, de grauwe klauwier. Belangrijke voorwaarde is dat er voldoende prooidieren aanwezig zijn: muizen, hagedissen, loopkevers en andere kleine dieren. Alleen in een voldoende intact en gevarieerd gebied zijn deze in voldoende hoeveelheid aanwezig.