russ. staatsman, geb. 1849 te Tiflis; aanvankelijk werkzaam bij den spoorwegdienst, daarna bij het departement van financiën, werd 1888 chef der afdeeling spoorwegen van genoemd departement, 1892 minister van financiën. Als zoodanig naastte hij verschill. spoorwegen en legde ook eenige nieuwe aan (o.a. den Siberischen spoorweg), en verlaagde de tarieven; in het algemeen herstelde hij in het financieele het evenwicht in de russ. staatshuishouding; hij voerde den gouden standaard in, alsmede het staatsmonopolie van den verkoop in het klein van sterken drank; voorts voerde hij een maximum-arbeidsdag in; ook riep hij een arbeidsinspectie, ter handhaving van de arbeidswetten in het leven.
In 1903 werd hij tot voorzitter van den ministerraad benoemd. Hij leidde als eerste gevolmachtigde de vredesonderhandelingen van Portsmouth (1905) en tijdens de beginnende revolutie was hij de man van den dag, de meest vrijzinnige der raadslieden die den czaar omringden, en de steller van de toelichting op de oekase, waarbij de czaar afstand scheen te doen van de alleenheerschappij (30 Oct. 1905). Hij schreef een werk over de spoorwegtarieven (russ., Kiew 1883). Literatuur: E. de Cyon, Mr. W. et les finances russes dJaprès des documents officiels et inédits (Parijs 1895), Rohrbach, Das Finanzsystem (Berl. 1902).
