Hedera, een tot de Araliaceeëm (zie ald.) behoorend plantengeslacht; de soorten zijn heesters met klimmende stengels en takken, lederachtige, altijdgroene, glanzige bladen; de bloemen zijn vereenigd tot schermen en hebben een onderstandig vruchtbeginsel, waaruit een vijfhokkige bes ontstaat. De bekendste soort is Hedera helix, het gewone* K., boomveil of eiloof, wordt in het wild in bosschen gevonden, waar het langs den grond voortkruipt, of zich met zijn houtigen stengel langs de stammen van boomen opwerkt, waartoe de plant van een menigte hechtwortels is voorzien.
Het K. is echter geen woekerplant, de genoemde wortels dienen alleen om de plant te bevestigen, en trekken volstrekt geen voedsel tot zich; dit neemt het K. alleen uit de in den grond geplaatste wortels op. Het K. wordt vaak opzettelijk tot bekleeding van muren geplant, daar het door het dicht ineengroeiende loof tegen vochtigheid beschermt. Ook kweekt men het K. als een kamerplant in bakken, waartoe vooral de als engelsch K. bekende verscheidenheid, met breede en ook wit en geel gevlekte bladen, verkozen wordt.