Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

Gepubliceerd op 11-04-2022

voucher

betekenis & definitie

(zelfstandig naamwoord)

[alg.] boekingsbewijs, reserveringsbewijs

- De man achter de hotelbalie vroeg mij om het boekingsbewijs.

[alg.] tegoedbon, consumptiebon, waardebon, bon

- Wie in het wegrestaurant de wc bezoekt, betaalt 70 cent en ontvangt een rekening die tevens een consumptiebon ter waarde van 50 cent is.

[alg.] vrijkaartje

[alg.] knipkaart, strippenkaart