(zelfstandig naamwoord)
[alg.] dictafoon, zakopnemer, spraakopnemer
- Toon Hermans sprak zijn goede invallen meteen in zijn zakopnemer in.
[luchtv.] gespreksopnemer, gespreksregistrator
- De analyse van de gespreksregistratie bracht de oorzaak van de vliegramp aan het licht.