Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

Gepubliceerd op 11-04-2022

unapologetically

betekenis & definitie

(bijwoord)

[alg.] onbeschroomd, onbeschaamd, berouwloos, spijtloos

- Hij wist dat hij uren later was dan afgesproken, maar hij nam berouwloos tegenover mij plaats en zei onbeschaamd: ''Nou, waar wou je het over hebben?''