(zelfstandig naamwoord)
[alg.] kakker; praler
- Jonge kakkers noemen al wie zijn kleren bij Zeeman of de Wibra koopt ''zebra'', want voor hen is merkkleding wel het minste dat hun tere huid kan verdragen.
- Ook al vindt de praler dat kaviaar kraak noch smaak heeft, hij moet en zal iedereen laten zien dat hij zich dat kan veroorloven.