(zelfstandig naamwoord)
[alg.] knooppunt, overstapplaats, centrum
- Schiphol is een belangrijk knooppunt voor wereldwijde vliegverbinding.
[techn] verdeler, verdeeldoos, poortschakelaar
- Om meer apparaten aan te sluiten gebruik je een verdeeldoos.
[verkeer] knooppunt, draaischijf, overstapplein, wisselplaats
- Veenendaal is een draaischijf voor de Europese busroutes.