(bijvoeglijk naamwoord)
[alg.] de toon zettend
- Veel de toon zettende media wilden zich na Fortuyn niet meer laten verrassen en legden hun oor nadrukkelijk te luisteren bij volk en volksverlakkers.
[alg.] agendabepalend
- Het praatprogramma moet minder agendavolgend en meer agendabepalend worden, vindt de eindredactrice.