Werkwoorden vervoegen
aanraden
Tegenwoordige tijd aanraden
Ik raad aan
Jij raadt aan
raad jij aan?
U raadt aan
Hij/Zij/Het raadt aan
Wij raden aan
Jullie raden aan
Zij raden aan
Verleden tijd van aanraden
Ik raadde aan
Jij/U raadde aan
Hij/Zij/Het raadde aan
Wij raadden aan
Jullie raadden aan
Zij raadden aan
Voltooid deelwoord van aanraden
aangeraden
Tegenwoordig deelwoord van aanraden
aanradend