Wat is de betekenis van aanraden?

aanraden - Werkwoord 1. (ditr) raad geven om iets te doen ♢ Ik raadde hem aan eens met zijn probleem naar de dokter te gaan met zijn klachten. Woordherkomst samenstelling van aan en raden Verwante begrippen aanbevelen, adviseren, raad geven, raden

aanraden - regelmatig werkwoord uitspraak: aan-ra-den 1. iemand een bepaalde raad geven ♢ ze hebben mij aangeraden een hond te nemen 2. zeggen dat iets of iemand goed is ♢ die pizza kan ik je aa...

v., oanriede; (van iets verkeerds), ynstekke, ynsette, ynskune.

...

(raadde of ried aan, heeft aangeraden), raad geven om iets te doen of te nemen, te kiezen of te kopen, aanbevelen: hij heeft mij die dokter, dat boek aangeraden; — op aanraden van, ten gevolge van de raad van.

raadde of ried -. h. -geraden (de raad geven om iets te doen): op — van den dokter, ten gevolge van; -rader, m. —s.

('a:n) (ried en raadde aan; heeft aangeraden) 1. de raad geven iets te nemen, te kiezen, te gebruiken enz. : een boek, stof, middel -. 2. de raad geven iets te doen : ik raad u aan eerst inlichtingen te nemen; op van. Tgst. zie: afraden.

Werkwoord: aanraden, misraden, raad geven, van raad (advies) dienen, iem. ten beste raden, iem. gunstig (ongunstig) stemmen voor iets, iem. een stille (zachte) wenk geven, iem. van iets doordringen, iem. aandringen tot iets, iets aanbevelen, aanprijzen, iem. iets aanpraten, aanpreken, aanklappen (Zn.), iem. iets op het hart (gemoed) drukken...

aan'raden (raadde of ried aan, heeft aangeraden), raad geven om iets te doen of te nemen, te kiezen of te kopen, aanbevelen: hij heeft mij die dokter, dat boek aangeraden; op — van, gehoor gevend aan de raad van.