Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie C
- Citatenjager
- Citatenschat
- Citatie
- Cité universitaire
- Citer
- Citeren
- Citering
- Citerpen
- Citersnaar
- Citerspel
- Citerspeler
- Citertoon
- Citius venit periculum cum contemnitur
- Citius, altius, fortius
- Cito
- Cito pede labitur aetas
- Cito rumpes arcum, semper si tensum habueris
- Cito-recept
- Citra consequentiam
- Citraat
- Citroen
- Citroenachtig
- Citroenappel
- Citroenballetje
- Citroenbitter
- Citroenbloesem
- Citroenboom
- Citroenboon
- Citroenborstplaat
- Citroendraaier
- Citroengeel
- Citroengelei
- Citroengeur
- Citroenhout
- Citroenkers
- Citroenkleur
- Citroenkleurig
- Citroenkruid
- Citroenlimonade
- Citroenolie
- Citroenpeer
- Citroenpers
- Citroenpit
- Citroenpudding
- Citroenpunch
- Citroenreuk
- Citroensap
- Citroensaus
- Citroenschil
- Citroensmaak
- Citroensnippers
- Citroenspiritus
- Citroenstroop
- Citroentje
- Citroenverf
- Citroenvink
- Citroenvla
- Citroenvlinder
- Citroenvogeltje
- Citroenvrucht
- Citroenwater
- Citroenzuur
- Citronine
- City
- City-bag
- City-vorming
- Civet
- Civetkat
- Civetlucht
- Civetrat
- Civiel
- Civiel-ingenieur
- Civielrechtelijk
- Civilisatie
- Civiliseren
- Civilist
- Civiliteit
- Civis romanus sum
- Civitas
- Civitas academiae
- Civium ardor prava jubentium
- Cl (centiliter)
- Cl (chloor)
- Claim
- Claimrecht
- Clair-obscur
- Clairvoyant
- Clandestien
- Claque
- Claqueurs
- Clarifi(c)eren
- Clarior ex solito post maximam nebulam phoebus
- Claris(se)
- Clarum et venerabile nomen
- Classement
- Classeur
- Classicaal
- Classicisme
- Classicistisch
- Classicus
