Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

Gepubliceerd op 21-07-2020

lavabo

betekenis & definitie

wastafel (informeel)

Hij moet naar de conciërge, Sabine heeft geprobeerd haar voeten te wassen in de lavabo, de krakkemikkige lavabo heeft het begeven, is zo uit de weke muur geschoten, nog een geluk dat hij niet op haar voet is terechtgekomen.
(Hugo Claus, Een zachte vernieling)

Psalm 26:6 begint met de woorden: ‘Lavabo inter innocentes manus’, wat betekent: 'ik zal mijn handen wassen te midden van de onschuldigen'. Soms wordt ook gezegd: ‘ik zal mijn handen in onschuld wassen'. Tijdens de mis spreekt de priester deze woorden uit bij de handwassing. Het woord ‘lavabo’ werd de naam van het gebed, van de handenwassing en van het gerei dat daarbij te pas kwam: eerst een doek, later een waterbekken.

Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gangbaarheid: 5
Vlaamsheid: 6