Definities van Typisch Vlaams woordenboek in de Ensie V
- (iemand) iets laten verstaan
- (voetbal-, basket-)ploeg
- va
- vaagweg
- vaak
- vaandelvlucht
- vaatwas
- Vaderkensdag
- vakantiejob
- vakbondsafgevaardigde
- vakbondsfront
- vake
- valabel
- valavond
- valies
- valling
- valoriseren
- vals plafond
- valscherm
- valschermspringer
- van (de) straat geraken
- van aard zijn om
- van als
- van de hemelse dauw leven
- van de klaver naar de biezen lopen/geraken
- van de os op de ezel springen
- van de trein stappen
- van dienst zijn
- van doen zijn
- van een kale reis terugkomen/thuiskomen
- van geen tel zijn
- van het zevende knoopsgat
- van hetzelfde laken een broek krijgen
- van je hart een steen maken
- van je melk zijn
- van je neus maken
- van je oren maken
- van je stekken gaan
- van je sus draaien/vallen
- van je tak maken
- van katoen geven
- van kleins af aan
- van kop tot teen
- van krommenaas gebaren
- van kwaad naar erger
- van langsom meer/minder
- van mijn geboorte/jeugd (af)
- van naaldje tot draadje
- van niets gebaren
- van nul beginnen
- van ondervinding spreken
- van over twee weken/tien jaar
- van wacht zijn
- van zijn pluimen laten
- van zin(s) zijn
- van zodra
- van zogauw
- vanachter
- vandaag
- vandoen hebben
- vaneigens
- vannamiddag
- vanop een afstand
- vanop het dak/perron
- vanvoor zitten/staan/rijden
- variante
- varkenskot
- vast tapijt
- vastgrabbelen
- vastheid van betrekking
- vaststeken
- vasttapijt
- vastvijzen
- veel gekakel, weinig eieren
- veel inkt doen vloeien
- veel rond je oren hebben
- veil hebben voor iets
- velcro
- veldwegel
- velo
- veluxraam
- venstertablet
- veranda
- verantwoordelijke
- verboden ingang
- verboden op het werk te komen
- verboden wapendracht
- verbouwingswerken ondergaan
- verbrodden
- verbruiker
- verbruikzaal
- verdapperen
- verdelen
- verderdoen
- verdiep
- verdikken
- verdoken
- verdoken armoede
- verduldig
- verduren