• Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

 

Synoniemen zoeken

Synoniem van afzien

  • afgluren
  • afkijken
  • afleren
  • afloeren
  • afneuzen
  • afogen
  • bekijken
  • dulden
  • lijden
  • ondervinden
Synoniem van 'n ander trefwoord
  • afkijken
  • afstaan
  • lijden
  • Betekenis van afzien
  • Spreekwoorden met afzien
  • afzien vervoegen
2019-10-03 2019-10-03
Groot Synoniemenwoordenboek

Groot Synoniemenwoordenboek

P.G.J. van Sterkenburg (1991)

afzien

afzien, van besluiten om niet vast te houden aan een bepaald plan, een klacht, een recht. Dezelfde betekenis hebben laten varen, laten schieten en afstappen van. Een recht of een geheim geef je prijs of je doet er afstand van; een plan wordt opgegeven (zie aldaar).

Zie ook: besluiten.

Zie verder: beëindigen; opgeven ; opofferen.

2020-10-14 2020-10-14
Handwoordenboek synoniemen

Handwoordenboek synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Afzien

Een voornemen, eene gezindheid, enz. laten varen. Afzien slaat altijd op eene handeling, waarvan de uitvoering nog niet begonnen is, afslaan en aflaten, die beide in dezen zin verouderd zijn, gewoonlijk op eene zoodanige, waarmee men wel een begin gemaakt heelt, maar die men niet wenscht voort te zetten, afstappen van bezigt men gemeenlijk met betrekking tot een onderwerp, waarover men spreekt of schrijft, maar waarmee men niet wenscht voort te gaan. Opgeven gebruikt men van een plan of voornemen, dat men laat varen. Ik heb van de reis naar D. afgezien. Dappere edellieden .... staat af van uw roekeloos bestaan! Laat ons liever van dit onderwerp afstappen.

2017-11-14 2017-11-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

afzien

afzien - onregelmatig werkwoord
uitspraak: af-zien

1. iets ergs voelen
♢ het was wel afzien tijdens die marathon
2. het niet meer willen
♢ ik heb afgezien van mijn plan
3. het er niet aan opmerken
♢ je kunt niet aan die jurk afzien dat hij zo duur is

Onregelmatig werkwoord: af-zien
ik zie af (... ik afzie)
jij/u ziet af (... jij afziet)
hij/zij ziet af (... hij afziet)
wij/zij/jullie zien af (... wij afzien)
ik/jij/u/hij/zij zag af (... ik afzag)
wij/zij/jullie zagen af (... wij afzagen)
hij heeft afgezien

Synoniemen
lijden

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Word vriend
  • Woorden beginnend met
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
© 2025 Ensie | Hosted by Rootnet

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Toevoegen aan favorieten?

Favorieten

Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:

  • Je eigen Ensie account
  • Direct toegang tot alle zoekresultaten
  • Volledige advertentievrije website
  • Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk

Klik hier om vriend te worden