(de, -’s), (uitspr. met een korte e), oudere Javaanse man, i.h.b. als verkoper; ook gebr. als aanspreekvorm. Na schooltijd lopen de kinderen even langs bij Paè en Maè, dat zijn de venters op de hoek van de straat, voor een pakje petjil (Dorff 38). ( ) een matten-torsende Pa-E... schitterend, twee meter hoog... voorovergebogen... met matten op zijn rug, en aan zijn linkerschouder... (Ferrier 1969: 93).
- Etym.: Van Jav. Het wordt door anderen dan Javanen vaak gebruikt alsof het een eigennaam is en wordt dan ook met een hoofdletter geschreven.
- Zie ook: ma-e.