(de, -s), onderwijzer met de laagste van de drie onderwijzersrangen. Naast de genoemde opleidingen zijn er nog een aantal cursussen voor de hulponderwijzersakte (zgn. 4de rang) en de boslandakte , die via een staatsexamen behaald kunnen worden (Enc.Sur. 444).
-Etym.: AN h. was van 1857 tot 1878 de term voor een onderwijzer van een lagere school die aan het schoolhoofd als hulp was toegevoegd (Van Dale). Opm.: De andere rangen zijn hoofdonderwijzer en onderwijzer.
- Zie ook: vierderangs.