Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

grondvreter

betekenis & definitie

(de), (veroud.) ziekte (een of meer) of wellicht slechts ziekteverschijnsel, bestaande in de neiging of de gewoonte om aarde en vooral houtskool te eten. ‘dezwelziekte’ (Cachexia aricana), hier onder grondvreter bekend, wegens de onweerstaanbare neiging, om grond, aarde en bijzonder houtskolen te eten (Kuhn 1828: 36; oudste vindpl.).

< >