(het), naam voor een gras dat (nog) niet nader aangeduid kan worden. Doebagras.
Deze plant groeit in de omgeving van het huis en bereikt een hoogte van ± 50 cm. Bij zeer vele gelegenheden wordt dit toegepast o.a. bij feesten, huwelijksceremonies, religieuze rituelen en geneesriten waarbij onder het uitspreken van formules bijvoorbeeld geelzucht genezen wordt (Stephen z.j.: 121). Etym.: H? Bij Van Wengen & W. (18) durbagras. Zie ook: groffe doeba.