Gepubliceerd op 30-07-2020

Een zwak hebben

betekenis & definitie

eig. een zwakke plaats, een teergevoelige, kwetsbare plek hebben. Een zwak op of voor iets of iemand hebben, op iets zeer gesteld zijn om het te bezitten, te bewaren; een voorliefde, een neiging hebben voor; eig. zwak, gevoelig tegenover iets of iemand zijn en vandaar: iets of iemand genegen zijn, hart hebben voor. Vgl. Van der Palm, Salomo, 4, 189: „Ieder vindt zijn hoofdgebrek geringer en minder hatelijk dan dat van anderen, — hij noemt dit zijn zwak en daar toch ieder gezegd wordt zijn zwak te hebben, getroost hij zich deze kleine vlek, die een schoon gelaat niet altijd ontsiert”. Fr. avoir un faible of de la faiblesse pour quelqu’un of quelque chose; Hd. eine Schwache haben Jïir jemand (etwas)', Eng. to have a foible', to have a weakness for.

< >