zij is acht en twintig (of dertig) jaar, met de bijgedachte: zij zal wel niet meer trouwen, waarvoor eveneens dialectisch gezegd wordt de dut is erop of zij is gedut. In de alg. taal niet meer in gebruik. Vroeger (tot 1846) bestond een zilveren munt ter
waarde van f 1,40, een achtentwintiger of goudgulden, zilveren florijn of zilveren gulden genoemd, en ter onderscheiding van de munten van 30 stuivers (daalders) was hierop een stempel, een klop of een dut geslagen. In Groningen zegt men ook wel ’t is 'n olie achtentwintig1). Vgl. Fr. monter en graine (ook in het VI.: opschieten voor zaad); Hd. sie ist aus dem Schneider; dreimalgenullt haben.
1)Ook de schellingen moesten sedert 1693 van een stempel (een pijlbundel) voorzien zijn en werden dan klopschellingen genoemd.
Gepubliceerd op 30-07-2020
De klop is erop
betekenis & definitie