bij het eten van vis behoort men (een glas wijn) te drinken. Dat deze mening zeer oud is, bewijst de Lat. schrijver Petronius, die in zijn Satiricon, cap. 39 zegt: pisces natare oportet.
Bij ons komt ze in de 17de eeuw o.a. voor bij Six. v. Chandelier, bl. 224: „De visch bemint het vocht, en wil wel drymaal swemmen. In ’t water eerst, daar naa in sausse en dan in wijn”; Huygens, Zeestraet, vs. 779: „All is de Schelvisch dood, hem komt wat swemmens toe in beter als sout natt”. Vgl. Fr. poisson sans boisson est poison; Hd. der Fisch will (dreimal) schwimmen; Eng. fïsh must swim thrice.