Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

Een kwaad of geen goed oog op iemand of iets hebben

betekenis & definitie

hem of het niet vertrouwen, geen goede verwachtingen hebben van iets. Deze uitdr. berust op het bij verschillende volken van de oude en nieuwere tijd bestaande bijgeloof dat nijd en wangunst aan sommige mensen het vermogen verlenen om door hun blik aan anderen nadeel te berokkenen.

Deze macht van het „boze oog”, waaraan vooral bij de zuidelijke volken, Grieken, Romeinen, Italianen, werd en wordt geloofd, is o.a. bekend uit het Lat. oculi invidi; It. mal’ occhio of iettatura (vgl. Lat. jactare oculos): Eng. an evil eye; Fr. le mauvais œil, Hd. der böse Bliek1). Het tegenovergestelde een goed oog(je) op iemand hebben betekent: iemand met een welwillend oog aanzien, vandaar: geneigd zijn hem voor een bepaald doel uit te kiezen of althans gunstige verwachtingen van hem te hebben. Ook een oogje op iemand of iets hebben of werpen, genegenheid of begeerte opvatten voor de bedoelde persoon of zaak; Hd. ein Auge auf einen haben.1) Op een dergelijk geloof berust de dial. uitdr. de kwade hand leggen op iemand, door een bovennatuurlijk (duivels) vermogen ziekte of ongemak aan iemand berokkenen; Lat. manus malejica, venefica; vgl. het Fri. de kwade han, de boze hand, betovering.