Iets smadelijks. Het substantief komt nog alleen voor in bijbelse stijl. De NV gebruikt het woord zelden, maar spreekt vaker van smaad, hoon, schande en dergelijke.
Wend mijn smaadheid af, die ik vrees, want uw verordeningen zijn goed (Ps. 119:39).
Vgl. SV, Gen. 30:23, Jes. 4:1, Jer. 42:18, Mat. 22:6 en 2 Kor. 12:10.