1. Liefde (als hartstocht). (Tgd ODIUM, Haat). Amor amicitiae, Liefde van vriendschap, POTTERS v, 164[b].
Amor angelicus,[/b] Liefde der engelen. Amor animalis, Dierlijke liefde. Amor benevolentiae, Welwillende liefde, POTTERS V, 164, goedgunstige liefde. Amor caritatis, Goddelijke deugd van liefde. Amor communiter dictus, Liefde in gewonen zin. Amor complacentiae, Liefde van welbehagen. Amor concupiscentiae, Begeerende liefde, zelfzuchtige liefde, CRAEYNEST 266. Amor desiderii, Begeerende liefde, zelfzuchtige liefde, IBIDEM. Amor divinus, Goddelijke liefde. Amor efficax, Werkdadige liefde. Amor extaticus, Verrukkende liefde. Amor filialis, Zoonlijke liefde, kinderlijke liefde. Amor gratuitus, Onbaatzuchtige liefde. Amor imperfectus, Onvolmaakte liefde. Amor initialis, Aanvangende liefde. Amor inordinatus, Ongeregelde liefde. Amor intellectualis, Verstandelijke liefde. Amor mercenarius, Gehuurde liefde, baatzuchtige liefde. Amor naturalis, Natuurlijke liefde. Amor otiosus, Werkelooze liefde. Amor perfectus, Volmaakte liefde. Amor rationalis, Redelijke liefde, POTTERS VII, 150. Amor sensibilis, Zinnelijke liefde. Amor sensitivus, Zinnelijke liefde, POTTERS VII, 150. Amor socialis, Maatschappelijke liefde. Amor spei, Begeerende liefde. Amor spiritualis, Geestelijke liefde. Amor unionis, Vereenigende liefde. 2. Liefde (als derde persoon van de Heilige Drievuldigheid). Nomen amoris in divinis, ... secundum quod personaliter sumitur, est proprium nomen Spiritus Sancti S. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 37, A. I, c., In zoover ze van een persoon gezegd wordt, is de benaming «liefde» een eigen benaming van den Heiligen Geest, THEOL. SUM. II, 221. — Amor personalis, Persoongeworden liefde.
