Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

Gepubliceerd op 26-11-2020

ABSOLUTUS

betekenis & definitie

1. Als vl. dlw.

a. Kwijtgescholden, vergeven (BIECHT).
b. Vrijgesproken, ontslagen van rechtsvervolging (RECHT).
2. Als bvl. nw.: Volstrekt, onbetrekkelijk, zonder verhouding tot iets anders, zonder betrekking tot iets anders (Tgd RELATIVUS, Betrekkelijk).