Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

zwartkous, zwarte kous

betekenis & definitie

lid van de zwartekousenkerk, de kerk voor erg orthodoxe groeperingen. Zinspeling op de sobere en sombere kleding (zwarte kousen waren vroeger bij boeren in de mode).

In de turbotaal van de late twintigste eeuw spreekt men ook van een griffo of gerefo. De term zwartekousenkerk dateert uit de jaren vijftig.Om te beginnen, kijken de zwarte kousen helemaal niet naar de televisie. (NRC Handelsblad, 19/01/1993)

Wij vrijgemaakten gaan opgewekt door het leven, staan midden in de wereld. Ik ben geen zwartkous. (HP/De Tijd, 18/04/2003)