Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

zwabberaar

betekenis & definitie

iemand die voortdurend twijfelt en van mening verandert.

D66-Kamerlid Lousewies van der Laan is van de backbenchers in het parlement het meest genoemd als slechtste: ‘luchtbel’, ‘een soort Heinsbroek’ en ‘hijgerig en hyperig’. De impopulaire minister van Sociale Zaken, Aart Jan de Geus, wordt als ‘asociaal’ en ‘vakbondsverrader’ bestempeld. J.G. Koens: ‘Eerst gedraagt hij zich als een verrechtste vakbondsolifant in de porseleinkast en daarna haalt hij bakzeil. Wat een zwabberaar!’ (Algemeen Dagblad, 11/12/2004)