(Bargoens) slecht, onaangenaam of vervelend mens. Het voorvoegsel takkeis afgeleid van tak in de verbinding een tak(je) van een beroerte, een volkse verbastering van het Franse attaque.
Een populaire verwensing is: ze kan de takken krijgen (de blaadjes komen er vanzelf aan): ze kan voor mijn part doodvallen! Met -lijer als tweede lid worden talrijke samenstellingen gevormd, het bekendste wellicht klerelijer (of: kolerelijer).Zijn vrouw komt van het platteland, zo’n takkebak uit een dorp waar de politie nog op varkens rijdt. (Aktueel, 18/04/1991)