Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

slaplip, slaplipper

betekenis & definitie

drinkebroer. Eigenlijk: iemand die ‘slappe lippen’ heeft, die van nature dorstig is.

Meer scherts dan scheldwoord. In de negentiende eeuw gebruikte men ook het werkwoord slaplippen (drinken).Of hij vergrijpt zich met zulke beuzelarijen vermorst hij met voordacht zijn tijd; bonjour, Papa’s! hoe vaar je? aan de edelste uitstortingen onzer poëzij en verkleedt den verheven Helmers in een slaplipper. (Johannes Kneppelhout, Studenten-typen, 1839-1841)

Zoo’n leelijke slaplip. O Teun, we moeten op hem letten als hij thuis komt. (Justus van Maurik, Stille menschen, z.j.)

Zelf weet ik maar van één jongen, een reuzekerel van 19, die te veel dronk. Hij was een Amerikaan en al aangekomen als een slaplip; hij is per ommegaande terug gestuurd. (Het Vaderland, 09/03/1930)