Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Reethoer, reetjongen, reetkever, reetnaaier, reetridder, reetroeier, reettoerist, reetveger

betekenis & definitie

homoseksueel. Over actievoerende homoseksuelen schreef een vooraanstaand partijlid van het Vlaams Belang (destijds Vlaams Blok) in 1985: ‘Alles bij elkaar vormen die viespeuken een stinkend zootje linkse reetkevers.’ Je laat je door ouwe kerels in je reet zitten voor twee kwartjes, niet, vuile reethoer? (Gerard Reve, Een circusjongen, 1975) ‘Lekkende eetketel!’ scheldt Leendert. ‘Perverse reetkever!’ (Gerrit Komrij, Dit helse moeras, 1983)

Stellig heeft Adolf bewezen geen geboren reetnaaier te zijn... (A. Moonen, Omgelegde dagen,1984)