Wat is de betekenis van stellig?

2024-12-09
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-12-09
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stellig

stellig - Bijvoeglijk naamwoord 1. met volle overtuiging en geen ruimte voor twijfel latend Er volgde een stellige ontkenning van een verband tussen de gebeurtenissen van 11 september en het bewind van Saddam. Woordherkomst Afleiding van de stam stellen|stel- met het achtervoegsel...

2024-12-09
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stellig

stellig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: stel-lig 1. zeker dat het juist is ♢ dat is een stellige uitspraak Bijvoeglijk naamwoord: stel-lig ... is stelliger dan ... het stelligst...

2024-12-09
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

stellig

seker, bepaald.

2024-12-09
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Stellig

adv., stellich, grif, siker, (for)fêst, wiswier, sûnder mis, wis en wrychtsjes; het is — zo, der is gjin mis op.

2024-12-09
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Stellig

einen stellig machen, iem. aanhouden; stellig werden, opkomen (Oostenr.).

2024-12-09
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-12-09
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STELLIG

bn. bw. (-er, -st), 1. werkelijk, wezenlijk: uitgaande van of berustend op de werkelijkheid of iets wezenlijks: het stellig recht, recht berustend op wet, gewoonte, tractaat of rechtspraak (in tegenst. met het natuurrecht); de stellige wijsbegeerte, het positivisme; een stellig, doch ongewenst resultaat; een stellige verbete...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-12-09
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

stellig

bn., bw.; zeker, bepaald: een stellige belofte, de stellige verwachting hebben; op stellige toon, besliste; stellig komen.