(Bargoens) priester, pastoor. Syn.: zwartrok.
Daar zongen ze, met voetgestamp begeleid, de deun van 'blonde Mientje’, nou juist eens lekker hard, nu er een officier zich hees stond te schreeuwen en die ’ome Gerrit’ al in de zaal was. (Piet Bakker, Cis de Man, 1947)