Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Menobbel, menobel, menabbel, menoewol

betekenis & definitie

(Jiddisch) monster; lelijk schepsel. O.a. terug te vinden in het werk van Israël Querido.

Menobbel, lelijke man; schwarzer menobbel; hebr. part. perf. menoewwal, lelijk, verachtelijk; met overgang van w naar b vgl. eibeg, leib. (H. Beem: Sje-eriet. Resten van een taal. Woordenboekje van het Nederlandse Jiddisch, 1967)

< >