Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Loentjesmaker

betekenis & definitie

(Bargoens) iemand die fantasie- of leugenverhalen vertelt en daarmee bij iemand anders iets probeert te bereiken; vandaar ook: verraderlijk persoon; bedrieglijke praatjesmaker. Ook wel: loenenaar.

Een loen is een gemene streek. Er bestaat ook een Bargoense uitdrukking (reeds vermeld door Harrebomée): hij komt uit Loenen (hij is een leugenaar).

Loentjes draaien betekent niet alleen ‘moppen vertellen’ maar ook ‘leugens opdissen’. Iemand op loene nemen is ‘hem of haar oplichten, bedriegen, in de maling nemen’.Croiset is een onverbeterlijke loentjesmaker. ‘Loentjesmaker’ is een mooi Nederlands woord voor iemand die fantasie- of leugenverhalen vertelt en daarmee bij iemand iets probeert te bereiken. (Humo, 09/03/1989)