Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

kakker (2)

betekenis & definitie

deftig, verwaand persoon. Meestal: kouwe of kale kakker.

Je vergeet er jezelf bij, zo word je besprongen door alles om je heen, en wat diep in alles leeft, al die stumperds en kale kakkers en brave zielen en keikoppen en bullebakken stuwt en bezielt, zou het ergens een God zijn, een Vader? (Herman Leys, Iets van warmte, 1970)

Sodemieter op, kouwe kakker... (Bouke B. Jagt, Bij de gratie Gods, 1985)