Ajacied. Voor veel supporters is Ajax een specifieke jodenclub.
In een Israëlische televisiereportage (in 1999 uitgezonden in het actualiteitenprogramma NOVA), opgenomen rondom Ajax-Fortuna, werd uitgebreid aandacht besteed aan Ajax-fans die blijk gaven van hun verbondenheid met het Israëlische volk. De meeste fans hebben geen Joodse achtergrond maar dragen een davidster als tatoeage of ze dragen vlaggen met het symbool.
Veel Joden zijn er niet gelukkig mee. Wellicht is het imago ontstaan in de vooroorlogse periode, toen Ajax nog in een stadion op de Middenweg speelde, ter hoogte van het huidige Christiaan Huygensplein in de Watergraafsmeer.
Supporters van bezoekende clubs die per trein kwamen, stapten doorgaans uit op het Weesperpoortstation, waar veel Joodse straatverkopers aanwezig waren. In de jaren zestig en zeventig, die voor Ajax erg succesvol waren, bliezen echte Joodse mensen zoals voorzitter Jaap van Praag, masseur Salo Muller en spelers Bennie Muller en Sjaak Swart het imago van jodenclub weer nieuw leven in.
Sedert de jaren tachtig is jood een nieuwe carrière begonnen als provocatie. Maar zoals bij veel scheldwoorden het geval is, begon de uitgescholden partij het scheldwoord zelf te gebruiken, als geuzennnaam.
Zie ook kankerjood.De supporters van Ajax, en vooral de beruchte F-side, hebben de scheldnaam ‘jodenclub’ inmiddels tot geuzennnaam verheven. (Eric Slot, Kleine Encyclopedie van de Wansmaak, 1992)
Een andere bron uit Amsterdam bevestigt via een autotelefoon dat ‘de joden’ inderdaad op die plek zijn gesignaleerd. (Nieuwe Revu, 26/02/1997)