(Den Haag) homo. Vaak ook liefkozend gebruikt m.b.t. een klein kind.
Wij hadden één trekker, dat was een jongen die ergens alleen ging staan of die heen en weer liep met mooie kleren aan. Dan wachtte die trekker tot er een hompie naar hem toe kwam. (Vriendschap, maart 1958) (geciteerd door Arendo Joustra, Homo-erotisch Woordenboek, 1988)