Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

droppie

betekenis & definitie

(jeugdtaal) dom persoon; onnozele hals. Vgl. droplul.

Zie ook dronken droppie.‘Gaat het dan niet over Wim Zuurbier, de oud-Ajaxied, de voetballer?’ ‘Nee droppie...’ (Adriaan Bontebal, De ark, 1990)

Onlangs werd hij eindelijk weer eens gebeld door een journalist uit Nederland. ‘Het wordt tijd dat die droppies uit Zeist hier eens komen kijken’, luidde de intrigerende kop boven het artikel, (de Volkskrant, 29/03/1991)

< >