Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

bangebroek

betekenis & definitie

bang iemand; lafaard. Zinspeelt op de snelle ontlasting bij iemand die angst heeft.

Andere scheldwoorden die eindigen op broek zijn kamferbroek; platbroek en schijtebroek.‘Wat ben jij een bangebroek!’ riep Boonestaak. (A.M. de Jong, De wereldreis van Bulletje en Boonestaak, ongedateerd, 1923-1924)