Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

achterlader

betekenis & definitie

(Bargoens) homoseksueel. Volgens Endt (1974) ‘naar het van achteren te laden schietwapen’.

Er wordt wellicht ook gezinspeeld op het ‘van achteren nemen’. Mogelijk ontleend aan het Duitse Rotwelsch (Hinterlader), waar het al aan het eind van de 19de eeuw in zwang was, zowel voor een ‘homoseksueel’ als voor ‘anale coïtus’.Achterlader, iemand die geslachtsverkeer per anus toelaat. (E.G. van Bolhuis, De Gabbertaal, 1937)

Maar hij werd - en passant ook nog ’ns twee weken lang geschopt en uitgescholden. Voor matennaaier, omdat-ie de sfeer op de zaal bedierf. En ook voor wijf, voor homosefiel, en achterlader, omdat de korporaal of hoe heet de beroeps ’m een mietje vond. (Jan Eilander, Altijd te laat, 1992)