Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

aarsficker, aarsjager

betekenis & definitie

(vulgair) homoseksueel persoon. Zinspeling op sodomie.

Ficker is het Duitse woord voor ‘neuker’. Vgl. het Duitse Arschficker en het Engelse ass bandit en bum bandit.Veel moffen waren ook niet vies van een beetje poterij. Adolf heeft vast nooit geweten dat hij een kluit aarsfiekers in z’n leger had. (Haring Arie, Tweede Boek, 1969)

Geloof me of niet maar bezijden gemengd rassenoord gelegen park bevond zich geen enkele aarsjager. (A. Moonen, Omgelegde dagen, 1984)